We hebben geloof ik even wat recht te zetten. Tot vorige week (let wel: op het moment van schrijven vliegen we over vier dagen naar Nieuw Zeeland) waren wij vast van plan de Great Ocean Road lekker te laten zitten. We konden ons niet voorstellen wat er in godsnaam leuk zou kunnen zijn aan een soort autopolonaise langs de kust om vervolgens met nog zeshonderd Chinezen foto’s te gaan staan maken van die 12 Apostles. No thanks. Tot we ineens een paar dagen mooi weer over hadden, we een dikke Toyota Landcruiser onder onze kont geschoven kregen en we op zoek waren naar een laatste kampeertripje. Zodoende begonnen wij met frisse tegenzin aan een – zo bleek – laatste Australische hoogtepunt. Waarom je de Great Ocean Road (en de Grampians op de terugweg) vooral niet moet skippen? Lees even verder dan!  

Great Ocean Road

De 243 kilometer lange Great Ocean Road begint in surfersmekka Torquay en eindigt in Allansford, vlakbij Warrnambool (tot zover alles wat je zelf even had kunnen googelen). Torquay schijnt een leuk plaatsje te zijn (met een knettergoed surfmuseum) dat, niet geheel onverwacht, vooral veel mensen aantrekt vanwege de stranden. Nu zijn wij geen surfers én hadden we het donkerbruine vermoeden dat er nog wel een aantal strandjes aan zouden komen zo langs de kust dus zijn we hier alleen gestopt om te plassen (wc’s werken prima, mocht je je dat afvragen).
Het stuk tussen Torquay en Lorne voldeed eigenlijk precies aan onze verwachtingen: een vrij nietszeggend stuk Medium Ocean Road. Totaal inwisselbaar voor een van de vele kustwegen aan de oostkust. Waren al vrij tevreden met ons zelf omdat: ‘zie je wel, gewoon een weg’ maar vanaf Lorne (waar we stopten voor een zogenaamde briljante Pad Thai bij Chopstix Noodle Bar die ze niet vegan konden maken waardoor we eindigden met één van de goorste salades die ik in lange tijd gegeten heb) zou ik een autodutje even uitstellen want: MOOI!
Dat wat we niet verwachtten, maar wel hoopten begint vanaf Lorne: raam open, muziek hard en uitkijken over kilometers knetterblauwe zee terwijl je relaxt verder slingert. En vanaf dat punt kun je op wel een miljoen plaatsten stoppen (als je een miljoen jaar de tijd hebt) maar als je geen eeuwigheid hebt, hier een paar tips.

Slaap in Bimbi Park (in Great Otway National Park) in een campingpod onder de koala’s en loop vanaf de camping naar de Cape Otway Lightstation (doe dat wel even buiten het vliegenseizoen om want iets proberen te zeggen met een kolonie vliegen in je bek is echt kut) en rij ’s avonds naar Melba Gully State Park om van die magische gloeiwormen te zien. Ga na de 12 Apostles vooral ook naar London Bridge, The Grotto, Bay of Islands en Bay of Martyrs. Leuke klein wandeltjes voor een frisse neus: een rondje om Lake Elizabeth of de Port Campbell Discovery Walk. En sla vooral niet vanaf de 12 Apostles de kleine wandeling naar Gibson Steps over: de kans op echidna’s is hier in het juiste seizoen aanwezig. Kijk dat snuitje (van de echidna) nou! 

Wij deden het in twee hele lange, vermoeiende dagen maar als je nog een paar extra wandeltjes (in Melba Gully bijvoorbeeld, of een stuk van de Great Ocean Walk) wilt doen of een paar watervallen wilt bekijken boven Apollo Bay dan zou ik er zeker 3 -4 dagen voor uittrekken.

Grampians National Park

Wat de Grampians met de Great Ocean Road te maken hebben? Precies niks. Maar als je dan toch al in Warrnambool (het einde van de kustroute) bent dan raden we je echt heel erg aan om lekker door te karren naar Grampians National Park. Heerlijke route ook. Dit zandsteengebergte is echt een walhalla voor outdoor enthousiastelingen (zoals wij) en je kunt je helemaal de moeder hiken in dit prachtige gebied. Wij verbleven er één dag (veel te kort) maar sliepen in het geweldige Grampians Eco YHA in Halls Gap (leuk plaatsje ook) en klommen de volgende ochtend (vroeg, anders is het er heel druk) naar de schitterende Pinnacle Lookout. Dat kan met een lange uitdagende route of met de korte medium uitdagende route. Viel daar m’n knieën kapot – het is een gave – dus kon toen niet heel veel meer klimmen maar zijn daarna nog doorgereden naar MacKenzie Falls  en the Balconies, beide heel mooi maar ook vrij druk.
Als je van serieuzere hikes houdt en wat minder van toeristen van middelbare leeftijd dan zou ik vooral die langere hikes doen en proberen de makkelijk toegankelijke lookouts te vermijden. Voor een vegan thick shake (extra lekker na een ochtend een berg op beulen) of een ijsje kun je terecht bij Coolas Icecreamery.