We waren er helemaal klaar voor. Na een paar intensieve (dronken karaoke) dagen en nachten in Tokyo zouden wij het veelbelovende Kyoto wel eens even met onze aanwezigheid opleuken. Helemaal klaar om zoveel mogelijk tempels in één dag te beuken vertrokken we vanuit ons kabouterhuisje op een piepklein roze kabouterfietsje en een iets grotere blauwe variant om de magie van Kyoto ~ tot ons te laten komen ~. Geloof dat we na twee uur doelloos dwalen en een mislukt hoogtepunt in de vorm van een overbevolkt Gouden Paviljoen met hangende pootjes (en een zere reet van het fietsen) teleurgesteld terug naar ons hotelletje zijn gestruikeld. We snapten er niets van. Kyoto was groot en onoverzichtelijk en vooral een beetje saai. Leuk die 1800 tempels, maar na vier nagenoeg dezelfde tempels óf met selfiesticks (dat was toen nog een ding, ja) vervuilde Tripadvisor hoogtepunten vroegen wij ons af of die magie van Kyoto wel voor ons weggelegd was. Welnu lieve mensen, dat bleek het wel zeker (al kostte het ons een paar dagen om dat te ontdekken) en om jullie een heleboel leed in de vorm van selfiesticks te besparen hebben wij de ultieme fietsroute door Kyoto voor jullie ontworpen. Inclusief natje, droogje én een betaalbaar doch heerlijk hotelletje om vanuit te vertrekken. Vijfentwintig kilometertjes (plus) schoon aan de haak, maar dan heb je wel de dag van je leven, beloofd.

START: Sunput Nanajo Mibu

Voor €20,- per nacht (!!) heb je een ruime kamer met kitchenette, badkamer en een comfortabel tweepersoons bed in het hart van Kyoto. Krijgt een 9 op Booking.com en dat is meer dan verdiend. Fijn guesthouse met overigens ook de mogelijkheid tot het huren van fietsen. WINWINWIN me dunkt. Wel een beetje op tijd je krat uit, want je hebt een druk programma vandaag luie aardappel.

HALTE 1: Sanjūsangendō (of: Rengeo-in, of: de tempel met de 1001 boeddha’s)

Je eerste stop voor vandaag is deze parel van een tempel. Niet persé een verborgen schat, dus je zult haar moeten delen, maar het goede nieuws is dat foto’s maken hartstikke verboden is en je je dus selfiestickvrij kunt vergapen aan de 1001 gouden beelden van Kannon, de godin van de vergeving. Voor 600 yen (€5) kun je de tempel van 08:00 tot 17:00 bezoeken.

HALTE 2: The world’s smallest Ukiyoe museum

In dit piepkleine museumpje toont eigenaar Ichimura Mamoru een bijzondere collectie traditionele Japanse houtsnedes, ook wel ukiyo-e genoemd. Als je mazzel hebt zie je de man zelfs aan het werk. Maar, laten we elkaar geen mietje noemen, de echte attractie is zijn creatieve openingstijdenbord. Dus zelfs als je helemaal geen zin hebt in Japanse kunst kun je hier laten zien aan de rest van de wereld hoe gráppig Japan is en weer doorrr.

HALTE 3: Cafe Bibliotic Hello!

Je fietst dwars door Gion om hier te komen dus hou je ogen open voor de wereldberoemde (Japanners verkleed als) geisha’s (maar belangrijker: voor de hordes toeristen die het fietsen soms wat onmogelijk maken) en voor de gekleurde Kongoji tempel. Cafe Bibliotic Hello (weet niet welke stagiair deze naam verzonnen heeft maar het dekt lekker de lading) is, je raadt het NOOIT, een bibliotheekje meets café waar ze lekkere koffie, gekke Calpissmoothies en goede (maar kleine) taartjes en hippe lunchgerechtjes verkopen. Je natje.

HALTE 4: Nanzen-ji (Oku-no-in), Honen-in, en het Filosofen Pad

Hele mond vol en dat komt omdat je hier kunt kiezen. Zo zijn we dan ook wel weer. Nanzen-ji is een gigantisch tempelcomplex en een grote toeristentrekpleister. Máár, het echte hoogtepunt zit verstopt: Oku-no-in. Via een klein (en ongemarkeerd) paadje dat vanuit de achterkant van Nanzen-ji omhoog kronkelt over een bossig bergje vind je een magisch altaar. Je kunt je er zelfs wassen onder de waterval die het altaar afschermt. Toen wij er waren hadden we de plek helemaal voor onszelf en voelde we ons even een paar honderd jaar terug in de tijd getrokken worden. Kijk wat rond bij Nanzen-ji (of niet), fiets meteen door naar Honen-in (of niet) en loop de twee kilometer langs het schattige Filosofen Pad (of niet) en koop daar een vintage kimono. Allemaal goede keuzes (maar sla vooral Oku-no-in niet over).

HALTE 5: Daitoku-ji (en met name: Daisen-in)

Als je nu al tempelmoe bent ben je af, dus we sturen je nog even door naar nóg een hoogtepunt op tempelgebied. Daitoku-ji is een ommuurd boeddhistisch tempelcomplex in het noorden van Kyoto. Gesticht tussen 1315 en 1319 en met maar liefst 23 hectare aan tempels (is groot) kun je je hier in principe een hele dag vermaken. Gelukkig heb je ons en maken wij het je vandaag gemakkelijk door je te zeggen dat je vooral subtempel Daisen-in moet bezoeken. Met een gelamineerd velletje papier hebben wij ons zeker een uur lang door de kleine rotstuin bewogen en gefascineerd gekeken naar alle (op het velletje papier uitgelegde) nuances in de plaatsing van de stenen. Tot tranen toe geroerd was ik. Hebben daarna nog een lesje kalligrafie gekregen en een geneuriede Wilhelmusperformance van een monnik en waren toen helemaal (wait for it) zen.

HALTE 6: BIOTEI

Nou hèèè, hèèè, eindelijk eten. BIOTEI is een retegoed vegetarisch/veganistisch poppenhuisrestaurant (serieus, mijn Hollandse billen pastte nét op het minibankje) dat een beetje verstopt zit in het centrum van Kyoto, bovenaan een eveneens krap wenteltrappetje. Tofuballetjes, misosoep, glasnoedelsalade: het is allemaal fantastisch.

Nou, kun je nu helemaal naar de getver een pilsje en een toetje ophalen bij de 7Eleven en dan languit op bed bedenken welke van de tempels je morgen allemaal kunt bezoeken.