Heb ik jullie ooit verteld hoe wij in Australië terecht zijn gekomen? Nee? Nou, wij wilden vooral heel erg graag niet naar Australië (want ver, duur, heet, geen zin in backpackers) en lieten ons toen in maar liefst twee uur overhalen door een enthousiaste Australische jonge hond met heimwee en acht maanden later stonden we met onze Nederlandse poten toch in de Australische prut. We waren van plan een paar – hooguit drie, vier – maanden te blijven om de pot te spekken op een boerderij (kun je hier meer over lezen) en dan als de sodemieter te verkassen naar een plek die meer tot de verbeelding sprak. Nieuw Zeeland ofzo, of België voor mijn part.

Bijna acht maanden, een bus, een heuse wijngaardcarrière, een hele bups 50+ vrienden en een nieuwe liefde voor vogel spotten rijker, durf ik wel te zeggen dat Australië toch een beetje in ons hart is geslopen. Geloof niet dat we hier ooit zouden willen wonen maar godsallemachtig, wat kan het hier een partijtje onverwacht mooi zijn. Dan moet je wat ons betreft soms wel een beetje buiten de gebaande paden (of liever gezegd: reisblogs en kustplekken) durven gaan maar dan beloof ik je dat je een heleboel plekjes helemaal voor jezelf alleen hebt. En dan hebben we ook alweer een wensenlijstje voor een eventuele volgende keer. Anyway, hieronder onze favorieten tussen Melbourne en Sydney.

Melbourne

De publiekslieveling van Australië: Melbourne (of Melbs, voor hippe insiders en zij die het proberen). Met z’n Europese kleinschaligheid, goede koffie en ontelbare rooftopbars is Melbourne echt lekker binnenkomen. Het is geen stad van iconische highlights maar dat geeft je meer tijd om te verdwalen in dit doolhof van Victoriaanse arcades, knappe kroegen en met graffiti gevulde steegjes. Oh, en je kunt hier – in tegenstelling tot Sydney – ook nog gewoon tot het licht wordt drinken tot het licht uitgaat. Laat je hierdoor lekker opslokken maar vergeet niet ook een middagje te spelen in the Australian Centre for the Moving Image (ACMI) of spijker jezelf een beetje bij over de (soms minder gezellige) geschiedenis van Australië in het Immigration Museum. Laat je inner hipster uit in Fitzroy of St. Kilda en vergeet vooral niet om een broodje te eten bij Smith & Deli (of ga all out bij Smith & Daugthers, het moederschip). Zin in? Zin in! Meer lees je trouwens hier. 

De Great Ocean Road & de Grampians

Bij de meeste mensen staat deze kustroute helemaal bovenaan de lijst maar het leek moppersmurf en moppersmurfin helemaal kut. Een beetje in een autopolonaise in de rij gaan staan voor een foto met wat stukken rots in de zee (ook wel bekend als 12 Apostles), gaat het niet? De lange versie lees je hier, maar de Great Ocean Road was haast de allergrootste verrassing van onze acht maanden in Australië. Wandelen, zwemmen, koala’s of hete surfers kijken, het kan hier allemaal en het is ook nog eens een stuk minder druk dan je denkt (maar dan moet je misschien wel het hoogseizoen even skippen). Het begon precies zoals verwacht – het eerste stuk hadden ze de Medium Ocean Road moeten noemen– maar vanaf Lorne kijk je je ogen uit en wil je bijna huilen zo mooi zijn die stukken rots in die knetterblauwe zee.

Grampians National Park heeft precies niets met de Great Ocean Road te maken maar is wel heel logisch als je terug naar Melbourne rijdt (en vanaf daar dan weer omhoog naar Sydney) en ook nog eens fantastisch mooi. Als je één ding doet daar (behalve slapen in het Grampians Eco YHA) laat het dan de Pinnacle Lookout zijn. Kan met lang of met kort wandeltje, kijk maar. Meer Grampian tips kun je overigens ook hier vinden.

Wilsons Promontory

Het ligt voor veel toeristen een beetje uit de route en toen wij er kampeerden vonden we er dus ook vooral Australiërs. Met een reden (die Australiërs weten wel wat leuk is), want Wilson Promontory staat zeker in onze top drie van favoriete Australië plekken. Deze coastal wilderness (is Engelse interessantdoenerij voor lekker wild en natuurig) heeft zo veel te bieden dat je er met gemak een aantal dagen buiten kunt spelen. Je kunt er niet wildkamperen en de campings zijn achterlijk duur maar Tidal River campground heeft dan wel weer een vette buitenbioscoop én is de start van veel wandelingen dus toch maar doen.
Als je van kleine loopjes houdt dan is de Lilly Pilly Gully Circuit (5.8 km) heel leuk (ogen open houden voor echidna’s en wombats) en de Squeaky Beach via Picnic Bay (2.5 km) wandelingis leuk als je van spectaculaire uitzichten en een lekker zwempje houdt. Iets uitdagender maar nog steeds goed te doen (en die uitzichten, man die uitzichten) is Mount Bishop Summit Walk (3.7 km). Als ‘the Prom’ je eerste stop is na Melbourne en je wilt graag kangoeroe’s, emu’s en als je mazzel hebt dus ook wombats en echidna’s zien dan kun je ook de Prom Wildlife Walk (2.3 km) doen. Mocht je nou een schurfthekel hebben aan wandelen kun je altijd nog een paar dagen met je luie kadaver op één van de bijna lege stranden doorbrengen.

Yarra Valley & Dandenong Ranges

Wie zin heeft in een beetje Hobbiton (je weet wel, van Lord of the Rings) light zou echt wat tijd in moeten ruimen voor deze veel te vaak onderbelichte parel van een vallei. De Yarra Valley ligt net even buiten Melbourne en is dus prima geschikt voor een dagtrip of – nog liever – tweedaags uitstapje. Ga bijvoorbeeld wandelen in Warburton (en schuif daarna een dikke vanilla slice in je mik bij Three Sugars Cafe), fietsen over de Lilydale – Warburton Rail Trail of naar Melbourne kijken vanaf Mount Dandenong. Bezoek een van de tachtigduizend (nou iets minder natuurlijk maar wel veel) wijnhuizen en ga vooral ook eten bij The Independent in Gembrook voor fantastisch vegan en niet vegan voer. Of doe wat wij deden en ga er een tijdje wonen (of iets minder dramatisch: langer dan een dag naar toe) en dan vind je onze uitgebreide Yarra Valley-reisgids hier.

Snowy Mountains

Ja je kunt hier de wonderschone Alpine Way rijden voor uitzichten op besneeuwde bergtoppen, ja je kunt hier (als het niet ineens debiel hard gaat sneeuwen waardoor alle tracks gesloten worden) de hoogste berg van Australië Mount Kosciuszko beklimmen, ja je kunt hier skiën, met je bolle dobbers een hele dag in een spa hangen of een cultureel uitstapje maken naar een van de vele (gratis!) musea van Canberra maar als je één ding doet in de Snowies, laat het dan de Christmas Barn zijn in Bredbo. Koalakerstballen mét kerstmutsje, Michael Bublé uit de speakers en de artificiële – maar daardoor niet minder heimwee opwekkende – geur van kaneelkaarsen: je weet dat je dit wilt.

Klein maar fijn

Nou, nu alle meerdaagse hoogtepunten uit de weg zijn door naar waar het eigenlijk echt om draait: al die kleine, fijne tussendoorplekjes. Dat is best lastig aanraden want als ik ergens een hekel aan heb dan zijn het wel mensen die op de vraag ‘ja maar wat is er dan zo leuk?’ antwoorden met ‘de sfeer’ of nog erger ‘leuk strandje’ maar soms is dat toch gewoon precies wat het is: lekker sfeertje, leuk strandje. Kijk maar even wat je er mee doet.

Als je kiest voor de kustroute van Melbourne naar Sydney dan kom je langs Ninety Mile Beach wat precies is wat de naam doet vermoeden: veul strand. Het mooie hier is dat er zo’n twintig wildkampeerplekken zijn waar je pal naast het strand kunt parkeren. Ik zei het je al: mooi strandje. Iets verder omhoog vind je Raymond Island: met een gratis pontje kun je naar dit kleine eilandje toe om wilde koala’s te spotten. In een half uurtje loop je rond het eiland en zie je (echt, je kunt er niet omheen) tig koala’s.

Ook leuk: Mallacoota & Croajingolong National Park. Mallacoota zelf is niks en ook de camping is vooral overvol maar de verschillende kustwandelingen die je hier kunt maken zijn echt spectaculair goed. Zeker als je gevolgd wordt door een groep yellow tailed black cockatoos. Als je nog niet genoeg hebt van mooie kustlijnen: Ben Boyd National Park. Als je wilt zwemmen met zeehonden (en zo niet dan ben je af) dan kun je dat doen bij Montague Island met een boottrip vanuit Narooma. Wij vonden overigens een heleboel kustplaatsjes tussen Melbourne en Sydney best duf (Eden), maar Kiama sprong er wel uit. Een beetje meer leven in de brouwerij, wat fijne restaurants, een blowhole en een zeezwembad, ja want kan ik nog meer zeggen: lekker sfeertje. Tot slot: mocht je er voor kiezen om via een andere weg omhoog te rijden (en dus door de Snowy Mountains en langs de Christmas Barn (11!1), ik herhaal het nog maar even) dan kun je vogelbekdieren spotten in Bombala Platypus Reserve en dat is misschien wel überhaupt het leukste wat je ooit gaat zien.