Ik weet het nog heel goed: we zaten aan de keukentafel – het was een uur of half drie ’s nachts en we waren precies dronken genoeg voor rigoureuze levensbeslissingen – toen we besloten dat alle rationele tegenwerpingen er niet langer toe deden. We gingen het doen: wonen in een bus die we zelf zouden verbouwen tot camper.
Nu weet ik niet precies hoe jullie hoofden werken maar ik heb me de eerste weken vooral bezig gehouden met het ontwerpen van een whiskykabinet voor in de bus, verschillende routes uitstippelen (we gaan naar China, nee Amerika, nee Japan!) en het internet afstruinen op zoek naar de perfecte (het enige criterium: hij moest geel zijn) bus. Ik #vanlife’de me helemaal de moeder en had de stof voor de gordijnen al gekocht toen ik me eens wat meer ging verdiepen in de praktische aspecten van deze hele onderneming. Ik ben best een praktische meid (afritsbroek, halloho) maar op de een of andere manier had ik niet helemaal scherp dat wonen in een camper helemaal niet zo (wettelijk) vanzelfsprekend is. Dus terwijl jij je hoofd aan het breken bent over hoeveel schoenen je in je bus geprakt krijgt is het misschien verstandig om ook eens te kijken naar wat je allemaal moet regelen voordat je met de noorderzon vertrekt. Je vriendin is de beroerdste niet en daarom zette ik dat wat wij ontdekten in de afgelopen jaren voor je op een rij. Kleine disclaimer: ik ben geen jurist en aan deze informatie kunnen dan ook geen rechten ontleend worden. Als je wilt weten of deze informatie ook voor jouw situatie geldt raadpleeg dan een professional.

Mag ik wonen in een camper?

First things first: mag ik – van de Nederlandse wet – in mijn camper wonen? Ja, dat mag. Hou je driewerf hoera nog maar heel even bij je, want dat het mág betekent niet dat het je makkelijk wordt gemaakt. Integendeel. Het Nederlandse systeem is, dankzij een hele batterij aan beperkingen voor camperaars, (nog) niet ingericht op het permanent bewonen van je camper. We beginnen bij het begin. Om überhaupt een camper op Nederlands kenteken te bezitten dien je Nederlands ingezetene te zijn oftewel ingeschreven te staan in de Basisregistratie Personen (BRP). Je hebt hiervoor twee mogelijkheden: een woonadres of een briefadres (hier kom ik zo op terug). Om jezelf in te schrijven op een woonadres heb je – je raad het nooit – een daadwerkelijk woonadres nodig. Een huis, appartement, een boot met vaste ligplaats: in ieder geval een fysiek adres waar je tandenborstel in een glaasje staat voor tenminste acht maanden per jaar. Ben je langer in het buitenland? Dan gaat de Nederlandse wet er van uit dat je dáár een woonadres hebt weten te bemachtigen en dien je je uit te schrijven bij de gemeente. Voor de oplettende lezer: ben je dus niet in het bezit van een woonadres (omdat je in een camper woont, duh) of sta je ingeschreven bij je moeder maar ben je van plan langer dan acht maanden in het buitenland te wonen, dan krijgt Vadertje Staat kortsluiting en kan er eigenlijk helemaal niets meer.

Uitschrijven

Goed, je wilt dus langer dan acht maanden (per jaar) buiten Nederland verblijven of je bent (omdat je dus in die fucking camper wilt wonen) niet in het bezit van een woonadres, wat moet je dan doen? Dan ben je verplicht om jezelf uit te schrijven bij de gemeente. Officieel kan dit uiterlijk vijf dagen voor vertrek, maar veel gemeentes regelen dit inmiddels ook online. Kun je onderweg nog een muntje opgooien of je terug gaat of toch blijft. Met die uitschrijving op zak ben je officieel een Nederlands burger zonder vaste woon- of verblijfplaats. Deze informatie wordt vervolgens gedeeld met andere instanties en dat kan soms ingewikkelde en onvoorziene gevolgen hebben.

Consequenties van uitschrijving

Hou je vast. Want zonder inschrijfadres kun je dus geen camper (of ander voertuig) met Nederlands kenteken bezitten, maar bijvoorbeeld ook geen camperverzekering afsluiten, geen bankrekening openen en niet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Voor mensen die als digital nomad de kost willen verdienen is dat op z’n zachtst gezegd onhandig. Dat is echter nog maar het begin, want door je uit te schrijven vervalt ook het recht op sociale voorzieningen. Dag zorgtoeslag, dag kinderbijslag, dag uitkering! En dan zijn we er nog niet want – en dat lijkt misschien nog een ver van je bed show, maar kan je zomaar erg duur komen te staan – zonder inschrijving bij een Nederlandse gemeente wordt je per jaar dat je niet ingeschreven staat 2% gekort op je AOW. Oeps. Een klein lichtpuntje is wellicht dat je wél gewoon Nederlander blijft en dus ook je paspoort – en in veel gevallen een BSN nummer – mag houden. Dat is vooral handig als je dingen wilt regelen, zoals een nieuw paspoort, of een rijbewijs bijvoorbeeld.

Het magische briefadres

Maar is mijn droom om met mijn lange liefde en een ongebruikte ukelele in een bus te gaan wonen dan helemaal van de baan? Welnu lieve mensen, vrees niet want er is hoop. En wel in de vorm van het, voor veel camperaars, magische briefadres. Ofwel: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen. Zie hier wat de overheid hierover zegtVrij vertaald: je hebt een fysiek adres nodig waar je zelf niet woont maar wel iemand die je kent (broer, oma, beste vriend) zodat je, als je belangrijke post krijgt (HAHA, FYSIEKE POST), toch op de hoogte wordt gebracht van die desbetreffende ~belangrijke brief~. Postbusje aanmaken (dat is dus wel letterlijk een brievenbus en die kan zich overal bevinden) lijkt een makkelijke oplossing maar dat mag dus niet van de Nederlandse wet.

En dan komt nu het allerfrustrerendste deel van deze hele onderneming: je moet om tafel met de gemeente waar je van plan bent een briefadres aan te vragen. En dat is in heel veel gevallen niet bepaald een feest. Hoe ga je te werk? Je schrijft een brief naar de gemeente met de redenen waarom jij een briefadres wilt hebben (‘ik wil wonen in een fucking camper’) tezamen met een schriftelijke verklaring van de briefadresgever (die broer, oma of beste vriend dus) waarin diegene belooft dat als er een ~belangrijke brief~ binnenkomt ze dat aan je door zullen geven. Dolletjes. Nu begint de hele Russische roulette pas echt. De regels omtrent het verstrekken van een briefadres verschillen namelijk per gemeente. De ene gemeente heeft veel ervaring met fraudeurs (dubbele uitkeringen trekken) en is dus niet zo happig op briefadres aanvragers, de ander gelooft in een nieuwe manier van wonen en juicht het leven in een camper alleen maar toe. Ik kan je verzekeren dat er precies bijna nul gemeentes zijn die zich onder die laatste kunnen scharen. Anyway: je hebt geluk en je treft een vreselijk gezellige mevrouw die jou en je briefadresgever wel even een half uurtje wil aanhoren en dan warémpel toch haar handtekening zet onder jouw briefadresgoedkeuring. Weliswaar tijdelijk (zes maanden, is vrij gangbaar), maar ze heeft goede hoop dat de gemeente er zo’n dusdanig potje van gaat maken dat ze je briefadres gewoon stilzwijgend verlengen.

Nou, zo ging het ongeveer bij ons in z’n werk, behalve dan dat alles toch nog helemaal fout ging. Die briefadresaanvraag met handtekening raakte namelijk op magische wijze zoek, de betreffende mevrouw vond een andere baan en wij stonden aan de vooravond van ons grote avontuur met lege handen. Dolletjes, dolletjes. Gelukkig had de gemeente begrip voor onze situatie en kregen we er toch een briefadres voor zes maanden doorgefietst. Máár (en laat dat misschien een waarschuwing zijn) de gemeente behoudt zich het recht om na die zes maanden te besluiten om je briefadres in te trekken. “Ja maar mevrouw, wij reizen nog steeds rond, wij hebben geen vast adres, als u dit briefadres intrekt dan kunnen wij zelfs niet eens in onze camper blijven rondrijden want niet geregistreerd en geen verzekering!” En dan kunnen ze dus ook gewoon antwoorden met “ach, dat is wel heel lastig ja, nou, succes daarmee!” en sta je weer met lege handen. Wij hebben gelukkig een deal met de gemeente gemaakt waarin we, als we maar ongeveer vier maanden per jaar in Nederland verkeren (van eind oktober tot begin januari was in dit geval ook acceptabel), we ons briefadres mogen houden tot ze zich opnieuw bedenken. We zouden in september bericht krijgen, vooralsnog hebben we niets gehoord (en is dit artikel wellicht heel onverstandig). We wachten het af.

Wonen in een camper: de mogelijkheden

Even recapituleren. Volgens de Nederlandse wet mag je inderdaad wonen in een camper, maar wil je die camper (in Nederland) kunnen registreren en verzekeren dan heb je ofwel een woonadres ofwel een briefadres nodig. Zonder (een vorm van een) huis heb je geen woonadres en zul je een briefadres aan moeten vragen voor het ontvangen van je (overheids)post. Een briefadres wordt met enige willekeur verstrekt aan mensen met een goede reden (zoals zij die een rondreizend beroep beoefenen, dakloos zijn of niet langer dan acht maanden naar het buitenland vertrekken, zie ook de informatie van de gemeente Amsterdam). Willen wonen in een fucking camper wordt over het algemeen niet gezien als een goede reden. Je kunt je ook helemaal uitschrijven, maar dan kun je je camper dus niet registreren, verzekeren, een Nederlandse bankrekening behouden of als ZZP-er werken. Onder andere.

Je beste legale optie? Een woonadres aanhouden en tenminste vier maanden per jaar in Nederland zijn. Jij bent natuurlijk niet voor één gat te vangen en hebt allang bedacht dat je je gewoon bij je vader en/of moeder of bij je zus, opa, tante, vriend inschrijft en gewoon een jaartje de hort op gaat. Dat kan, zeker, en er zullen ongetwijfeld een heleboel mensen zijn die dit ook daadwerkelijk doen, maar het mág niet. Officieel moet je daadwerkelijk wonen op je woonadres en áls ze komen controleren (als ze bijvoorbeeld zien dat het energieverbruik te laag is voor een twee- of driepersoons huishouden) en ze concluderen dat je niet op het betreffende woonadres woont dan kun je alsnog uitgeschreven worden en een boete krijgenBovendien kan de persoon bij wie je je inschrijft nadelige gevolgen ondervinden van jouw inschrijving: hogere gemeentelijke lasten of gekort worden op een uitkering, bijvoorbeeld. O ja, als je woonachtig bent in Nederland ben je ook verplicht een Nederlandse zorgverzekering af te sluiten (en dat is vaak helemaal niet zo voordelig als je kijkt naar wat uitgebreide reisverzekeringen bieden).

Wat nu?

Klinkt dit allemaal een beetje deprimerend? Dat is het ook. Het is op z’n zachtst gezegd vrij debiel dat de Nederlandse overheid nog zó mijlenver achterloopt op alle nieuwe vormen van wonen. Máár: het kan wel. En ga het ook vooral doen. Je zult misschien moeten betalen voor dingen die je niet afneemt, je zult je soms in grijs gebied begeven, tegen chagrijnige gemeente ambtenaren aanlopen óf gewoon ronduit illegaal bezig zijn (met alle gevolgen van dien) maar je krijgt er een leven in een camper voor terug. Vrijheid. Avontuur. En een klein beetje meer zelfbeschikking dan je had.

Ga bellen, ga op onderzoek uit en vind je eigen grijze gebied. Je zult tegen een heleboel muren aanlopen zonder deuren, en soms tegen muren met deuren die hermetisch afgesloten lijken maar soms, als je mazzel hebt, vind je een deur die op een klein kiertje staat. En achter die deur staat soms een gemeente ambtenaar die je het voordeel van de twijfel geeft. Ik ken iemand die én een briefadres heeft én het toch voor elkaar heeft gekregen geen ziektekostenverzekering af te hoeven nemen, ik ken iemand die zich uitschreef en tóch een camper met Nederlands kenteken bezit en ik ken iemand die al tien jaar lang vrolijk rondrijdt met een briefadres op zak. Geen haan die er naar kraait. Onthoud: het kan wel. Geef ze van jetje!

Over ‘Mag je wonen in een camper?’ maakten wij ook een podcast.
Deze aflevering van de VanVerhalen reispodcast vind je hier.