De meeste mensen besteden slechts een verplichte dag in Puerto Princesa, de hoofdstad van Filipijns bounty eiland Palawan, om daarna verder te reizen richting El Nido (en als ze slim zijn Port Barton). Wij waren echter moe en een beetje onvoorbereid op dat hele Palawan dus bleven we per ongeluk drie dagen. Dat was helemaal niet erg want hoewel heel veel mensen Puerto Princesa saai vinden, vonden wij het er eigenlijk best wel prima. We sliepen er in een heel fijn guesthouse (Subli Guest Cabins, aanrader) en maakten ook meteen even kennis met de reisgenoot van bijna iedereen hier op de Filipijnen: de Filipijnse stomach bug (ga je, zoals wij in West-Friesland zeggen, recht van achteruit schijten). Je kunt het maar gehad hebben.

DOEN

Zoals ik al zei is Puerto Princesa voor heel veel mensen een beetje de toegangspoort tot al het mooie dat Palawan te bieden heeft. Je vliegt er vanuit Manila al voor drie tientjes per persoon naartoe en je kunt vanuit hier gemakkelijk de bus nemen naar bijvoorbeeld Sabang, Port Barton of El Nido. Het stadje zelf is niet heel bijzonder, maar de omgeving biedt genoeg leuks om je een paar dagen te vermaken en je een beetje kennis te laten maken met het Filipijnse. Er zijn een aantal hele populaire activiteiten en ik kan al vast verklappen dat we de meeste niet gedaan hebben. Wel heel weloverwogen dus daar neem ik jullie even in mee.

Underground River (Sabang)

Deze acht kilometer lange  (je raad het nooit) ondergrondse rivier is één van de zeven nieuwe wereldwonderen. Als iets zo’n label krijgt gaan onze nekharen al een klein beetje overeind staan maar goed, je je zal het hoogtepunt van je leven missen omdat je net als alle andere toeristen ter wereld een hekel hebt aan toeristische dingen (zucht) dus ik heb me even ingelezen. Om jullie een verre van genuanceerde samenvatting te geven: je bent een volledige dag kwijt aan wachten, reizen, nog meer wachten en een slechte lunch om vervolgens met nog acht miljard anderen in drie kwartier door een donkere grot te varen. De grot zelf is heel indrukwekkend (al moeten mensen dat natuurlijk ook wel een beetje vinden als je er godverdomme elf uur voor onderweg bent geweest) maar is het nog steeds een wereldwonder als je er met vierduizend Taiwanezen eindeloos staat te wachten? Kijk zelf maar even.

Honda Bay

Voor mensen die niet naar Port Barton of El Nido gaan (waar je jezelf helemaal de moeder kunt eilandhoppen) is dit wellicht een optie. Je kunt met een tour mee of een bootje (met schipper) huren en op die manier zelf kijken wat je leuk lijkt. Dat leek ons dus hartstikke leuk maar de eerste de beste backpacker die we spraken vertelde ons onomwonden dat je dat vooral moet doen als je houdt van dood koraal, vieze gecommercialiseerde eilandjes en schippers die de paar vissen die er nog drijfzwemmen voeren om ze een soort van levend te laten lijken. Misschien beter overslaan dit, dachten wij.

City Tour

Wat wij wel heel erg leuk vonden is een scooter huren voor 500 pesos (€8,50) per dag en zelf je ‘city tour’ samenstellen. Een blokkie om op de scooter, is echt leuk. Eerste stop: Iwahig Prison and Penal Farm, een soort openluchtgevangenis, op zo’n 40 minuten rijden van de stad. Dat leek ons heel gek en een beetje ongemakkelijk en dat was het ook. Maar daarnaast was het ook heel indrukwekkend en hadden we na afloop niet het idee dat we naar een soort verknipte dierentuin waren geweest, maar op visite bij mensen die al dertig jaar zonder bezoek van familie hun leven proberen vorm te geven. Je kunt er op je scooter gewoon naar binnen rijden en dan op verschillende plekken met gevangenen praten, je meegebrachte snoep en sigaretten uitdelen en kijken wat ze er van bakken daar. Nou, bijvoorbeeld een heel tuinencomplex. Of een soort openluchtzwembad. Gek, maar indrukwekkend.

Wij zijn daarna doorgereden naar de Crocodile Farm (officieel geloof ik Palawan Wildlife Rescue and Conservation Center) waar je voor 40 pesos (€0,70 cent) monsterlijk grote krokodillen kunt bekijken. Het is eigenlijk vooral een hele vreemde uit de klauwen gelopen kinderboerderij maar het is ter conservatie (of dat beweren ze) dus soit, we wilden wel naar binnen. Serieus grote krokodillen daar dus, geen grap. Daarna reden we door naar een vlindertuin (Palawan Butterfly Ecological Garden and Tribal Village) wat vooral een enorme poppenkast was (maar wel goedkoop, dus gewoon lekker doen) en waar de lengte van Thijs menigmaal de grootste attractie was. Tot slot naar Baker’s Hill om de beroemde koekjes en Halo Halo eens te proeven maar dat kun je ook prima overslaan want dat was precies niet te raggen. En toen terug naar de stad. Was echt een prima blokkie om!

Zwembad liggen

Heb echt gezocht naar een meer inspirerende tussenkop maar dit dekt wel lekker de lading. Dit is precies hoe we onze hele laatste dag in Puerto Princesa hebben gespendeerd en dat vonden wij zelf nogal slim dus ook dat delen we gewoon! Hoe het zit: je kunt voor een habbekrats in allemaal prima hotelletjes, hostels of guesthouses slapen. Zit je schoon, droog en heb je vaak ook nog een lekker ontbijt maar meestal geen zwembad. Wat je dus kunt doen, zo leerden wij, is naar elk willekeurig resort dat er goed uitziet en een fijn zwembad heeft rijden en daar voor zo’n 100 pesos (€1,70) voor twee personen een hele dag met je dikke witte dobbers in (en rondom) het zwembad hangen. Wij vonden er drie de moeite waard, Blue Palawan Beach Club, maar laat je in godsnaam niet misleiden door die zogenaamde infinty pool want dat is echt een grap, Kawayanan Resort en Hotel Centro, en kozen voor die laatste. Ze schenken er altijd koude drankjes en je kunt er vaak ook meteen gewoon douchen. Lekker zwemmen, lekker rumcola klappen en je hoeft niet een uur te scooteren naar het dichtstbijzijnde strand (Nagtabon Beach, dat wel heel mooi schijnt te zijn) om je zwembroek uit te testen.  

Eten en drinken

Als je in Puerto Princesa wilt stappen dan moet je, naar het schijnt, bij de Tikibar zijn. Toen wij daar waren speelde er een hysterische coverband en waren er vooral heel veel minstens zo hysterische Taiwanezen (en echt niks tegen Taiwanezen maar daar hadden we geen zin in). We zijn toen met onze nieuwe vrienden bier by the bucket wezen drinken bij Ubung Rock en daar stond een wél aan te horen coverband dus dat was leuk. We zijn die avond daarna iets verder doorgelopen en daar vind je Stellar Grounds, de allerhipste plek van Puerto Princesa. Lichtjes in de bomen, man met gitaartje, street art en meer van dat soort fratsen. Leuke plek, echt! Eten deden we tot twee keer aan toe bij het vegetarische Ima’s. De pizza is goed, de tempeh fries zijn goed, de pasta was lekker en de bonenburger ook. De rijstgerechten waren te droog dus die zou ik overslaan. Ze schenken geen alcohol maar dat overleef je vast. Waar ze wel alcohol schenken is de Palawan Brewery. We hadden verwacht dat daar tout hip Puerta Princesa wel te vinden zou zijn maar toen wij er aankwamen rond een uur of acht was het uitgestorven. De biertjes kun je laten staan maar de kokosrum was echt het ultieme toetje.