Over de geneeskracht van paardenbloemen en whisky.

Zo, hoeveel digitale verjaardagswensen hebben jullie de afgelopen weken opgenomen? Hoeveel ansichtkaarten, tulpen, gelukswensen  of denkbeeldige scheidingspapieren heb jij driftig door brievenbussen gepropt? En hou je de momenten die je met je hoofd tegen de muur aan wil slaan of even heel hard in je kussen wil gillen nog bij, of heb je dat inmiddels opgegeven?
Laten we elkaar geen mietje noemen: het is allemaal een beetje improviseren, dit hele nieuwe – helemaal niet – normaal. De eerste twee verjaardagsfilmpjes werd er nog enthousiast met confetti gegooid, maar inmiddels hebben ook wij de ballonnen kapot getrapt en de feesttoeters verscheurd. Dansen willen we. Op overvolle pleinen terwijl we proosten op een koning die we afkeuren, of over onontdekte paden in landen ver weg. Toch?  
Zonder gekkigheid, neem een 
ding van deze quarantainekoningen aan: cut yourself some slack. Het huis hoeft niet perse schoon (er komt toch niemand), je eten hoeft niet elke dag gezond (weinig stress is ook goed voor de weerstand) en eet lekker wel die zak chips leeg want er is überhaupt nog nooit iemand op een begrafenis opgestaan om te zeggen dat de de persoon in de kist best lachen was, maar wel een beetje dik. Oh en vergeet vooral niet af en toe even te zeuren over dat nieuwe helemaal-niet-en-bovendien-vooral-erg-stomme normaal zónder meteen iedereen en hun moeder die er slechter aan toe is er ook bij te halen. Die redden zich ook wel zonder dat jij hun problemen groter maakt dan de jouwe. Laatste advies van deze zelfbenoemde fuck it experts: ga paardenbloemen plukken en maak er honing van. Serieus, word je rustig van. Of drink whisky en ga in een bus wonen. Wil ook nog wel eens helpen. Gelukkig lijkt het er op dat covid-19 (of, zoals wij hem liefkozend genoemd hebben, ‘ die klootzak’) de zon nog niet heeft aangetast en dus zullen we met z’n allen moeten blijven proberen al die zomerse verleidingen te weerstaan zodat we straks dubbel kunnen genieten van die koperen ploert. Een ding is zeker: de wereld weet niet wat haar zal overkomen als we straks weer de bloemetjes zoals nooit tevoren buiten zullen zetten. ,Zuipen als een rugbyteam,’ zoals een goede vriendin zou zeggen, de gemeenschappelijke dorst was nog nooit zo groot. 

Met ons gaat het overigens goed. Heel goed. We missen het kraken, het piepen, het wilde en het vrije van de bus, maar we genieten ook van alle luchtkastelen die nu eindelijk een beetje handen en voeten krijgen. Eindelijk die plannen uitwerken, eindelijk de rust om eens een beetje door te pakken. Tien uur achter elkaar schrijven is nu eenmaal net wat makkelijker als er onbeperkt stroom uit de muur komt en je niet na hoeft te denken over een veilige slaapplaats of een plek om te poepen. De tijdelijkheid van deze gemakken maakt het bijzonder, doet de voorpret groeien. Elke dag die we afsluiten met een kus is een dag dichterbij de terugkeer naar ons rommelige busleven. Er komen goeie dingen aan, we voelen het! En zo niet dan toch. De lente kan het sowieso niets schelen. was zoals jullie weten van korte duur: shit hit the fan. En nu zijn we weer terug, ook thuis.